top of page

De abiotische factoren van de Waddenzee en waarvan die afhangen

  • De wadbodem: veranderlijk, dat komt door eb en vloed, bodemdaling en zeespiegelstijging.

  • De temperatuur: veranderlijk, dat hangt af van de tijd van het jaar. De gemiddelde temperatuur op aarde stijgt. Hoge temperatuur zorgt voor zeespiegelstijging.

  • Het zonlicht: veranderlijk, dat hangt ook af van de tijd van het jaar. Zorgt mede voor opwarming van de aarde, waardoor de zeespiegel stijgt.

  • Het zoutgehalte van het zeewater: veranderlijk, doordat regenwater via de grond naar de zee stroomt brengt het telkens een beetje zout uit de grond mee.

  • Het zeeniveau/ de zeespiegel: veranderlijk, door eb en vloed en de temperatuur. Zeespiegelstijging, bodemdaling.

  • Vervuiling: Eutrofiëring, wordt ook wel overbemesting genoemd. In het zeewater zijn de afgelopen dertig jaar steeds meer voedingsstoffen terecht gekomen, met name de hoeveelheid stoffen: zouten, nitraten en fosfaten zijn groot.

       De algen kunnen de hele zomer doorgroeien doordat er zoveel voedsel in het water is.

       Dit lijkt gunstig voor de organismen die van algen leven, maar doordat het afgestorven             algenmateriaal naar de bodem zinkt, wordt de onderlaag en de bodem van het water afgesloten van verse zuurstof. Het afbreken van algen kost veel zuurstof daardoor daalt het zuurstof gehalte in de onderlaag van de bodem snel.

Dit tekort aan zuurstof leidt tot sterfte van vissen en bodemdieren.

Het belang van de abiotische factoren voor de levensgemeenschap van de Waddenzee

Ze hebben allemaal een grote invloed op de organismen, want als één van de abiotische factoren anders zou zijn, zouden er bepaalde organismen die nu in de Waddenzee leven, er niet meer zijn. De wadbodem daalt tezamen met stijging van de zeespiegel. Dit is ontzettend gevaarlijk voor het bestaan van het Waddengebied. De zandbodem daalt onder andere ook door winning van aardgas De temperatuur zorgt voor opwarming van de aarde net als het zonlicht waardoor de zeespiegel gaat stijgen. Bij een bepaalde waarde van de zeespiegelstijging (die waarde is nog niet bekend) zal de Waddenzee “verdrinken” en bij eb voor een groot deel niet meer droog komen te liggen.

De temperatuur van het zeewater is in de afgelopen 30 jaar met ongeveer 2°C toegenomen.

De opwarming van het zeewater heeft ook grote gevolgen voor de vissen in de Waddenzee, de hogere temperatuur in het water heeft als consequentie dat er dus minder zuurstof in het water zit. Door verdubbeling van de concentratie van CO2 kunnen ook hogere golven ontstaan die stormvloeden veroorzaken.

Door stijging van de zeespiegel of daling van de wadbodem komen alle organismen met name wadvogels in gevaar dat ze kunnen uitsterven. De wadvogels zoeken op zandbanken en wadplaten als het eb is naar voedsel. Dus als later de wadbodem nog meer daalt en/of de zeespiegel stijgt, dan kunnen de wadvogels geen voedsel meer vinden op de zandbanken en zandplaten, dat kan dus leiden tot uitsterven.De Eutrofiëring heeft met name een erg grote invloed op de organismen in de Waddenzee. Het tekort aan zuurstof leidt namelijk tot het uitsterven van vissen en bodemdieren.

De tolerantie van de Scholekster voor de verschillende abiotische factoren

De wadbodem: kleine tolerantie.

De temperatuur: kleine tolerantie.

Het zonlicht: kleine tolerantie.

Het zoutgehalte van het zeewater: grote tolerantie.

Het zeeniveau/ de zeespiegel: kleine tolerantie.

Vervuiling: kleine tolerantie.

 Dit is de factor waar de Scholekster een kleine tolerantie heeft. Daarnaast de gevaren en de voordelen hier van
 De scholekster die in het ecosysteem van de Waddenzee leeft, is de laatste 19 jaar sterk achteruitgegaan, waarschijnlijk vooral door de invloed van voedselgebrek. Het voedselgebrek komt door de abiotische factoren: zeespiegelstijging, dat houdt dus ook in: temperatuur en daling van de wadbodem. Door deze abiotische factoren is er minder kans voor de scholeksters om voedsel te verkrijgen op de zandbanken en zandplaten als het eb is omdat de zandbanken en zandplaten steeds vaker overstromen. Het heeft dus geen voordeel voor de scholekster alleen maar een nadeel, namelijk kans op uitsterving van de scholekster.

Zeehonden weetje

 

De gewone zeehonden zijn kleiner dan grijze. Een mannelijke gewone zeehond weegt maximaal 130 kilo, terwijl een mannelijke grijze zeehond wel 350 kilo kan wegen.

bottom of page